Deze tekst beschrijft het doen van vrijwilligerswerk door de inwoners van Midden-Delfland. Deze informatie is gebaseerd op de Gezondheidsenquête 2016 (19 jaar en ouder) en de Jongerenenquête 2015 (12- tot en met 18-jarigen).2,3
Uit de Gezondheidsenquête 2016 blijkt dat 39% van de inwoners in Midden-Delfland vrijwilligerswerk doet, dit zijn ongeveer 5.500 inwoners. Dit percentage is hoger dan in Zuid-Holland West (28%), Haaglanden (25%) en Nederland (30%) (figuur 1). Eén op de zes inwoners (18%) heeft belangstelling om vrijwilligerswerk te doen, maar doet dat nu nog niet. Bijna de helft van de vrijwilligers (46%) besteedt 2 uur of meer per week aan het vrijwilligerswerk.2
Bij zowel de volwassenen (19 tot en met 64 jaar) als de ouderen (65-plus) wordt geen (significante) trend gezien over de jaren in het percentage vrijwilligers in Midden-Delfland (figuur 2).2
In Haaglanden wordt het hoogste percentage vrijwilligers binnen de leeftijdscategorieën gezien bij 65- tot en met 74-jarigen, bij 85-plussers is het percentage het laagst (tabel 1). Bijna drie op de tien inwoners van autochtone afkomst is vrijwilliger, dit is hoger dan bij inwoners van overig westerse en niet-westerse afkomst. Bij inwoners met een hogere sociaaleconomische status (hoog opleidingsniveau, hoger inkomen) en bij inwoners die geen moeite hebben met rondkomen doet een hoger percentage vrijwilligerswerk in vergelijking met inwoners met een lagere sociaaleconomische status en/of moeite met rondkomen. Bij inwoners die ongehuwd, gescheiden of weduwe/weduwnaar zijn, is een lager percentage vrijwilliger dan bij inwoners die gehuwd zijn of samenwonen met een partner.2
Volgens de Jongerenenquête 2015 doet 21% van de jongeren in Midden-Delfland vrijwilligerswerk, in Haaglanden is dit 17% (tabel 2). Van de jongeren doet 15% geen vrijwilligerswerk, maar zou dit wel willen; een significant hoger percentage meisjes (22%) dan jongens (8%). De drie meest voorkomende redenen om geen vrijwilligerswerk te doen, zijn: ‘Ik kan er geen tijd voor vrijmaken’ (37%), ‘Ik besteed mijn tijd liever aan andere zaken’ (22%) en ‘De mogelijkheid heeft zich nog niet voorgedaan’ (21%).3
Klik hier voor meer informatie over dit onderwerp in de Thematische rapportage Participatie en Gezondheid: