Deze tekst beschrijft op basis van de Jongerenpeiling 2019 de ervaringen van jongeren in Delft met seksualiteit, condoomgebruik en anticonceptie.
Van de Delftse jongeren (3 vmbo) heeft 9% geslachtsgemeenschap gehad, in regio Zuid-Holland West is dit 10% (Tabel 1).2 Vanwege privacy (te kleine aantallen) is het niet mogelijk om uitsplitsingen te maken naar achtergrondkenmerken. Daarom worden hier de gegevens gepresenteerd van alle 3 vmbo-leerlingen uit Zuid-Holland West. Van zowel de jongens als de meisjes heeft 10% geslachtsgemeenschap gehad. Op het vmbo-tl heeft 7% van de jongeren geslachtsgemeenschap gehad. Onder jongeren op het vmbo-overig is dit 15%. Onder zowel jongeren van Nederlandse als niet-Nederlandse afkomst heeft 10% geslachtsgemeenschap gehad (Figuur 1).
Van de Delftse jongeren die ooit geslachtsgemeenschap hebben gehad, heeft 70% niet altijd een condoom gebruikt. In regio Zuid-Holland West is dit 53% (Tabel 1). Ook hier is voor de uitsplitsingen naar achtergrondkenmerken gebruik gemaakt van de 3 vmbo-leerlingen van alle regiogemeenten samen (Zuid-Holland West). Veertig procent van de jongens die geslachtsgemeenschap hebben gehad gebruikte niet altijd een condoom. Bij meisjes ligt dit percentage op 67%. Op het vmbo-tl gebruikte 56% niet altijd een condoom; op het vmbo-overig is dit 52%. Het percentage jongeren dat niet altijd een condoom gebruikte is nagenoeg gelijk onder jongeren van Nederlandse en niet-Nederlandse herkomst (resp. 53% en 54%) (Figuur 1).
Dat jongeren niet altijd een condoom gebruiken, kan diverse redenen hebben (Tabel 2). Vanwege privacy (te kleine aantallen) is de uitsplitsing naar specifieke redenen waarom jongeren (3 vmbo) niet altijd een condoom gebruiken weergegeven voor alle regiogemeenten samen (Zuid-Holland West). De drie meest genoemde redenen in Zuid-Holland West zijn het gebruik van de pil of een ander voorbehoedsmiddel (41%), het vertrouwen in elkaar (26%) en het niet bij zich hebben van condooms (19%).
Van de Delftse jongeren (4 havo/vwo) heeft 8% ooit geslachtsgemeenschap gehad, in regio Zuid-Holland West is dit percentage 11% (Tabel 3).2 Vanwege privacy (te kleine aantallen) is het niet mogelijk om uitsplitsingen te maken naar achtergrondkenmerken. Daarom worden hier de gegevens gepresenteerd van alle 4 havo/vwo-leerlingen uit Zuid-Holland West. Van de jongens heeft 10% geslachtsgemeenschap gehad, bij meisjes is dit 11%. Van de havo-leerlingen heeft 16% geslachtsgemeenschap gehad. Onder vwo-leerlingen ligt dit percentage op 5%. Het percentage dat geslachtsgemeenschap heeft gehad is nagenoeg gelijk onder jongeren van Nederlandse en niet-Nederlandse herkomst (resp. 11% en 10%) (Figuur 2).
In Delft heeft 69% van de jongeren die ooit geslachtsgemeenschap hebben gehad niet altijd een condoom gebruikt. In regio Zuid-Holland West is dit 62% (Tabel 3). Ook hier is voor de uitsplitsingen naar achtergrondkenmerken gebruik gemaakt van de 4 havo/vwo-leerlingen van alle regiogemeenten samen (Zuid-Holland West). Vijfenvijftig procent van de jongens heeft niet altijd een condoom gebruikt. Bij de meisjes is dit 67%. Van de havo-leerlingen heeft 63% niet altijd een condoom gebruikt. Onder vwo-leerlingen ligt dit percentage op 58%. Van de jongeren van Nederlandse herkomst heeft 64% niet altijd een condoom gebruikt; bij jongeren van niet-Nederlandse herkomst 56% (Figuur 2).
Dat jongeren niet altijd een condoom gebruiken, kan diverse redenen hebben (Tabel 4). Vanwege privacy (te kleine aantallen) is de uitsplitsing naar specifieke redenen waarom jongeren (4 havo/vwo) niet altijd een condoom gebruiken hier weergegeven voor alle regiogemeenten samen (Zuid-Holland West). De drie meest genoemde redenen in Zuid-Holland West zijn het gebruik van de pil of een ander voorbehoedsmiddel (68%), het vertrouwen in elkaar (29%) en het hebben van vaste verkering (23%).