Deze tekst beschrijft het percentage jongeren in Zoetermeer dat zich bezig houdt met gamen. Deze informatie is gebaseerd op de Jongerenpeiling 2019 (3 vmbo en 4 havo/vwo). Hier zijn vragen gesteld om te bepalen of jongeren risico lopen op problematisch gamegedrag. Deze vragen gaan onder andere over hoe moeilijk zij het vinden om met gamen te stoppen, hoe vaak ze liever gamen dan in het echt tijd met anderen doorbrengen en hoe vaak zij slaap tekort komen door het gamen. Soortgelijke vragen naar het gebruik van sociale media werden uitgevraagd voor de Jongerenpeiling. Echter, omdat de vraagstellingen en antwoordopties in de voor de jongerenpeiling gebruikte vragenlijsten onvoldoende overeenkwamen, worden voor het gebruik van sociale media geen resultaten gepresenteerd.
Van de jongeren in Zoetermeer speelt 73% games, in Zuid-Holland West is dit 70% (Tabel 1).2 Van de totale groep Zoetermeerse jongeren heeft 5% risico op problematisch gamen, voor de jongeren die gamen is dit 7%. In regio Zuid-Holland West heeft 5% van alle jongeren een risico op problematisch gamen; voor jongeren die gamen is dit 8%.
Van de jongens gamet 93% en van de meisjes ruim de helft (51%). Op het vmbo-tl spelen zeven op de tien jongeren games, onder jongeren op het vmbo-overig is dit 77%. Van de jongeren van Nederlandse afkomst gamet ruim driekwart (76%), terwijl 70% van de jongeren van niet-Nederlandse afkomst gamet. Eén tiende van de jongens geeft aan risico op problematisch gamen te lopen, terwijl dit percentage voor vmbo-tl, vmbo-overig, Nederlandse en niet-Nederlandse afkomst tussen de 5% en 8% ligt (Figuur 1). Het aantal meisjes dat problematisch gamet is te klein om weer te geven.
Twee derde (66%) van de jongeren in Zoetermeer speelt games, in Zuid-Holland West is dit 63% (Tabel 2).2 Van de totale groep jongeren in Zoetermeer heeft 3% een risico op problematisch gamen, voor de jongeren die gamen dit 5%. Dit is gelijk aan de percentages voor Zuid-Holland West.
Ruim negen op de tien jongens gamen (95%), net als vier op de tien meisjes (44%). Op de havo gamet 64% van de jongeren en op het vwo 70%. Van de jongeren van Nederlandse afkomst gamet twee derde (66%), voor jongeren van niet-Nederlandse afkomst is dit 68%. 7% van zowel het totaal aantal jongens, als het aantal jongens dat gamet loopt risico op problematisch gamen. Voor havisten ligt het percentage gamers dat risico loopt op 5%, net als bij het aantal jongeren van Nederlandse komaf (Figuur 2). Vanwege privacy (te kleine aantallen) zijn overige uitsplitsingen niet mogelijk om weer te geven.