Deze tekst beschrijft het aantal zorgtrajecten voor stemmingsstoornissen, angststoornissen, middelenstoornissen en aandachtstekort- en gedragsstoornissen. Dit zijn psychische aandoeningen die vaak voorkomen. Het gaat om informatie over het aantal curatieve zorgtrajecten in de tweedelijns geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in 2013. Dit betreft specialistische, op genezing gerichte geestelijke gezondheidszorg. Deze zorg wordt geleverd door onder meer GGZ-instellingen, instellingen voor verslavingszorg, psychiatrische afdelingen van ziekenhuizen en zelfstandige praktijken van psychiaters en psychotherapeuten.5
In de gepresenteerde gegevens is informatie meegenomen over alle diagnoses die in een zorgtraject zijn gesteld. Dat wil zeggen zowel de belangrijkste diagnose (primaire diagnose) als eventuele bijkomende diagnoses die van invloed zijn op de behandeling (nevendiagnoses). De data zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In 2013 waren er in totaal 1.630 zorgtrajecten in de tweedelijns GGZ voor inwoners van Wassenaar. Dit komt neer op 64 zorgtrajecten per 1.000 inwoners (tabel 1).a In Zuid-Holland West, Haaglanden en Nederland lag het aantal zorgtrajecten per 1.000 inwoners hoger (respectievelijk 78, 87 en 84 per 1.000 inwoners).
Het aantal zorgtrajecten per 1.000 inwoners is het hoogst bij inwoners van 18 tot en met 41 jaar en het laagst bij 65-plussers. Het aantal zorgtrajecten is vergelijkbaar voor mannen en vrouwen.6
a Eén persoon kan meerdere zorgtrajecten tegelijkertijd doorlopen. Hierdoor kan het zijn dat het totaal aantal personen dat een zorgtraject doorloopt, kleiner is dan het totaal aantal zorgtrajecten.
In tabel 2 is een overzicht gegeven van het aantal tweedelijns GGZ-zorgtrajecten voor een aantal specifieke aandoeningen. In 2013 hadden de meeste zorgtrajecten betrekking op stemmingsstoornissen. Dit geldt zowel voor Wassenaar, Zuid-Holland West, Haaglanden als Nederland.6
In 2013 waren er, bij inwoners van Wassenaar, in totaal 580 zorgtrajecten in de tweedelijns GGZ waarbij (mede) sprake was van een stemmingsstoornis. Bij 335 zorgtrajecten was (mede) sprake van een angststoornis. Dit komt neer op respectievelijk 23 en 13 zorgtrajecten per 1.000 inwoners (tabel 3). Als gekeken wordt naar leeftijd en geslacht komen zorgtrajecten voor stemmings- en angststoornissen het meeste voor bij inwoners van 18 tot en met 64 jaar en, vooral stemmingsstoornissen, meer bij vrouwen dan bij mannen. Het aantal zorgtrajecten voor stemmingsstoornissen is in Wassenaar iets lager dan in Haaglanden. Voor angststoornissen geldt dat het aantal zorgtrajecten in Wassenaar iets lager ligt dan in Zuid-Holland West en Haaglanden.6
Het aantal zorgtrajecten waarbij (mede) sprake was van een middelenstoornis bedroeg in 2013 in Wassenaar 140 (5 per 1.000 inwoners). Voor middelenstoornissen geldt dat de meeste zorgtrajecten betrekking hebben op inwoners van 18 tot en met 41 jaar (tabel 3). In tegenstelling tot stemmingsstoornissen was het aantal zorgtrajecten voor middelenstoornissen juist iets hoger bij mannen dan bij vrouwen. Het aantal zorgtrajecten voor middelenstoornissen is in Wassenaar iets lager dan in Haaglanden.6
In 2013 waren er, bij inwoners van Wassenaar, in totaal 245 zorgtrajecten in de tweedelijns GGZ waarbij (mede) sprake was van een aandachtstekort- of gedragsstoornis. Dit komt neer op 9 zorgtrajecten per 1.000 inwoners (tabel 3). Als gekeken wordt naar leeftijd en geslacht, komen zorgtrajecten voor aandachtstekort- en gedragsstoornissen het meeste voor bij inwoners van 0 tot en met 17 jaar en iets vaker bij mannen dan bij vrouwen. Ook als wordt ingezoomd op de leeftijdsgroep 0- tot en met 17-jarigen zijn er meer zorgtrajecten bij jongens (33 per 1.000 0- tot en met 17-jarigen) dan bij meisjes (10 per 1.000 0- tot en met 17-jarigen).
Het aantal zorgtrajecten voor aandachtstekort- of gedragsstoornissen ligt in Wassenaar iets lager dan in Zuid-Holland West en Haaglanden.6