Deze tekst beschrijft het percentage ouderen (65 jaar en ouder) dat in het afgelopen jaar is gevallen. Daarna wordt ingegaan op het percentage ouderen met een verhoogd valrisico. Dit valrisico is berekend aan de hand van het valverleden, mobiliteitsproblemen en de angst om te vallen. De informatie is gebaseerd op de Gezondheidsenquête 2016.
Ouderen (65 jaar en ouder)
Een kwart van de ouderen in Midden-Delfland is in het afgelopen jaar gevallen
Volgens de Gezondheidsenquête 2016 is 25% van de inwoners van 65 jaar en ouder in het afgelopen jaar één of meerdere keren gevallen (figuur 1).3
Figuur 1. Percentage ouderen dat is gevallen in het afgelopen jaar. Midden-Delfland, 2016.
Het percentage ouderen dat in het afgelopen jaar is gevallen is vergelijkbaar met de percentages in 2008 en 2012 (tabel 1).3
Tabel 1. Percentage ouderen dat is gevallen in het afgelopen jaar, naar onderzoeksjaar. Midden-Delfland, 2008-2016.
Het percentage ouderen dat in het afgelopen jaar gevallen is in Midden-Delfland is vergelijkbaar met Zuid-Holland West, maar lager dan in Haaglanden (tabel 2).3
Tabel 2. Percentage ouderen dat is gevallen in het afgelopen jaar. Midden-Delfland, Zuid-Holland West en Haaglanden, 2016.
Het percentage ouderen dat in het afgelopen jaar is gevallen neemt toe met de leeftijd
Het percentage ouderen in Haaglanden dat in het afgelopen jaar is gevallen neemt toe met de leeftijd.3 Zo is 25% van de 65- tot en met 74-jarigen het afgelopen jaar één keer of vaker gevallen, bij 85-plussers is dat 47% (tabel 3). Bij vrouwen is het percentage ouderen dat het afgelopen jaar is gevallen hoger dan bij mannen.
Het percentage ouderen dat gevallen is in het afgelopen jaar is hoger bij ouderen van niet-westerse afkomst dan bij ouderen van autochtone of overig westerse afkomst. Verder geldt dat bij ouderen die ongehuwd, gescheiden of weduwe/weduwnaar zijn een hoger percentage het afgelopen jaar is gevallen in vergelijking met ouderen die gehuwd zijn of samenwonen met een partner.
Relatief meer ouderen met een lage sociaaleconomische status vallen
Bij ouderen met een lagere sociaaleconomische status (lager opleidingsniveau, lager inkomen) en/of die moeite hebben met rondkomen geldt dat een hoger percentage het afgelopen jaar is gevallen dan bij ouderen met een hogere sociaaleconomische status en/of geen moeite hebben met rondkomen (tabel 3).3
Tabel 3. Percentage ouderen dat is gevallen in het afgelopen jaar, naar achtergrondkenmerken. Haaglanden 2016.
Etnische afkomst
Opleiding
Huishoudinkomen
Etnische afkomst
Autochtone afkomst: persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren.
Overig westerse afkomst: als herkomstgroepering een van de landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen afkomstig uit Indonesië en Japan tot de westerse groep gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Niet-westerse afkomst: als herkomstgroepering een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. (Bron: CBS Statline)
Midden- en Oosteuropese (MOE)-landen zijn: Midden- en Oost-Europese landen die in 2004 en 2007 zijn toegetreden tot de Europese Unie. Hiertoe behoren Polen, Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Letland, Estland en Litouwen.
Het huishoudinkomen is verdeeld in vijf kwintielen (groepen van 20%) op basis van het huishoudinkomen van de Nederlandse bevolking. De 20% inwoners van Nederland met de laagste inkomens hebben een inkomen van maximaal 16.100 euro per jaar.
Twee op de tien ouderen in Midden-Delfland heeft een verhoogd risico om te vallen
Twee op de tien ouderen van 65 jaar en ouder (21%) in Midden-Delfland heeft een verhoogd valrisico (tabel 4).3 Dit valrisico is berekend aan de hand van het valverleden, mobiliteitsproblemen en de angst om te vallen. Dit percentage is lager dan in Haaglanden (27%).
Het percentage ouderen met een verhoogd valrisico neemt toe met de leeftijd
Het percentage ouderen in Haaglanden dat een verhoogd risico heeft om te vallen neemt toe met de leeftijd (tabel 4).3 Zo heeft 19% van de 65- tot en met 74-jarigen een verhoogd valrisico, bij 85-plussers is dat 59%. Ook bij vrouwen is dit percentage hoger in vergelijking met mannen.
Ouderen van niet-westerse afkomst hebben een relatief hoog valrisico. Bij ouderen van autochtone en overig westerse afkomst ligt dit percentage lager. Verder geldt dat bij ouderen die ongehuwd, gescheiden of weduwe/weduwnaar zijn een hoger percentage een verhoogd valrisico heeft in vergelijking met ouderen die gehuwd zijn of samenwonen met een partner.
Ouderen met een lage sociaaleconomische status hebben een verhoogd valrisico
Bij ouderen met een lagere sociaaleconomische status (lager opleidingsniveau, lager inkomen) en/of die moeite hebben met rondkomen heeft een hoger percentage een verhoogd valrisico dan bij ouderen met een hogere sociaaleconomische status en/of die geen moeite hebben met rondkomen (tabel 4).3
Tabel 4. Percentage ouderen met verhoogd valrisico, naar achtergrondkenmerken. Haaglanden 2016.
Etnische afkomst
Opleiding
Huishoudinkomen
Etnische afkomst
Autochtone afkomst: persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren.
Overig westerse afkomst: als herkomstgroepering een van de landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen afkomstig uit Indonesië en Japan tot de westerse groep gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Niet-westerse afkomst: als herkomstgroepering een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. (Bron: CBS Statline)
Midden- en Oosteuropese (MOE)-landen zijn: Midden- en Oost-Europese landen die in 2004 en 2007 zijn toegetreden tot de Europese Unie. Hiertoe behoren Polen, Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Letland, Estland en Litouwen.
Het huishoudinkomen is verdeeld in vijf kwintielen (groepen van 20%) op basis van het huishoudinkomen van de Nederlandse bevolking. De 20% inwoners van Nederland met de laagste inkomens hebben een inkomen van maximaal 16.100 euro per jaar.