Deze tekst beschrijft de gezondheid van feitelijk daklozen in de nachtopvang in Delft. In Delft (als centrumgemeente) is de nachtopvang gerealiseerd voor daklozen uit Delft, Westland, Pijnacker-Nootdorp en Midden-Delfland. Deze informatie is gebaseerd op de registratie van de nachtopvang en het Winterkoudeonderzoek 2018/2019. Ondanks dat het onderzoek Winterkoudeonderzoek heet, is het belangrijk om op te merken dat het onderzoek dit jaar niet tijdens de koudweerregeling is afgenomen, in tegenstelling tot voorgaande jaren. Dit bemoeilijkt de vergelijkbaarheid met voorgaande jaren. In dit onderzoek zijn interviews afgenomen bij daklozen die verbleven in de nachtopvang in Delft.4
Van de 23 deelnemende daklozen aan het Winterkoudeonderzoek 2018/2019 is 96% man en de gemiddelde leeftijd is 40 jaar (de jongste is 21 jaar, de oudste 65 jaar). Twee van de drieëntwintig deelnemers zijn in het afgelopen jaar voor het eerst dakloos geworden en driekwart geeft aan wel eens een nacht doorgebracht te hebben op straat (slapen of ’s nachts rondlopen/verblijven in bijvoorbeeld portiek, onder een brug, of geïmproviseerde schuilplaats).4
Op de vraag hoe de deelnemers over het algemeen hun gezondheid noemen, antwoordt een kwart "(zeer) slecht", een kwart "(zeer) goed" en de helft "gaat wel".4 In vergelijking met de Delftse populatie (19 jaar en ouder) ervaren daklozen hun gezondheid over het algemeen als minder goed. In de algemene Delftse populatie ervaart 4% de eigen gezondheid als (zeer) slecht en 78% als (zeer) goed.5
Driekwart van de deelnemers is verzekerd tegen ziektekosten, vier niet en bij twee is de zorgverzekering nog in aanvraag.4
Tabel 1 geeft een overzicht van het aantal daklozen dat in het afgelopen jaar zorg heeft ontvangen van een bepaalde zorgverlener. De huisarts is de zorgverlener waarvan de meeste daklozen zorg ontvingen in het afgelopen jaar. Hierop volgen de eerste hulp, de GGZ en de tandarts en de arts in de nachtopvang.4