Deze tekst beschrijft de mate van sociale uitsluiting van de inwoners van Leidschendam-Voorburg. Deze informatie is gebaseerd op de Gezondheidsenquête 2016 (19 jaar en ouder). Hierin wordt sociale uitsluiting vastgesteld op basis van een vragenlijst, welke is ontwikkeld door de Academische Werkplaats OGGZ G4-USER en het Sociaal Cultureel Planbureau.3,4
Volwassenen en ouderen (19 jaar en ouder)
Eén op de veertien inwoners voelt zich matig tot sterk sociaal uitgesloten
Volgens de Gezondheidsenquête 2016 voelt 7% van de inwoners van 19 jaar en ouder in Leidschendam-Voorburg zich matig tot sterk sociaal uitgesloten, dit zijn ongeveer 4.000 inwoners (figuur 1).3
Figuur 1. Percentage inwoners (19 jaar en ouder) dat zich niet of nauwelijks, enigszins of matig tot sterk sociaal uitgesloten voelt. Leidschendam-Voorburg 2016.
Van de volwassenen (19 tot en met 64 jaar) voelt 9% zich matig tot sterk sociaal uitgesloten, in dit 2012 was dit 6%. Dit verschil is niet significant. Bij ouderen (65 jaar en ouder) is dit 3%, dit is vergelijkbaar met 2012 (tabel 1).3
Tabel 1. Percentage inwoners dat zich matig tot sterk sociaal uitgesloten voelt, naar leeftijd en onderzoeksjaar. Leidschendam-Voorburg 2012-2016.a
Het percentage inwoners dat zich matig tot sterk sociaal uitgesloten voelt in Leidschendam-Voorburg is vergelijkbaar met Zuid-Holland West (5%) en Haaglanden (9%) (figuur 2).
Figuur 2. Percentage inwoners (19 jaar en ouder) dat zich matig tot sterk sociaal uitgesloten voelt. Leidschendam-Voorburg, Zuid-Holland West en Haaglanden, 2016.
Relatief meer volwassenen dan ouderen voelen zich matig tot sterk sociaal uitgesloten
Het percentage 19- tot en met 64-jarigen in Haaglanden dat zich matig tot sterk sociaal uitgesloten voelt (11%) is hoger dan bij 65-plussers (5%). Bij inwoners van niet-westerse afkomst is het percentage hoger dan bij inwoners van autochtone en overig westerse afkomst (tabel 2).3
Het percentage inwoners dat zich matig tot sterk sociaal uitgesloten voelt is hoger bij inwoners met een lagere sociaaleconomische status
Bij inwoners met een lagere sociaaleconomische status (lager opleidingsniveau, lager inkomen) en inwoners die moeite hebben met rondkomen is het percentage dat zich matig tot sterk sociaal uitgesloten voelt hoger dan bij inwoners met een hogere sociaaleconomische status en/of geen moeite met rondkomen. Daarnaast voelt 15% van de inwoners die ongehuwd, gescheiden of weduwe/weduwnaar zijn zich sociaal uitgesloten tegenover 6% van de inwoners die gehuwd zijn of samenwonen met een partner (tabel 2).3
Tabel 2. Percentage inwoners (19 jaar en ouder) dat zich matig tot sterk sociaal uitgesloten voelt, naar achtergrondkenmerken. Haaglanden 2016.
Etnische afkomst
Opleiding
Huishoudinkomen
Etnische afkomst
Autochtone afkomst: persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren.
Overig westerse afkomst: als herkomstgroepering een van de landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen afkomstig uit Indonesië en Japan tot de westerse groep gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Niet-westerse afkomst: als herkomstgroepering een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. (Bron: CBS Statline)
Midden- en Oosteuropese (MOE)-landen zijn: Midden- en Oost-Europese landen die in 2004 en 2007 zijn toegetreden tot de Europese Unie. Hiertoe behoren Polen, Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Letland, Estland en Litouwen.
Het huishoudinkomen is verdeeld in vijf kwintielen (groepen van 20%) op basis van het huishoudinkomen van de Nederlandse bevolking. De 20% inwoners van Nederland met de laagste inkomens hebben een inkomen van maximaal 16.100 euro per jaar.
Zie ook
Klik hier voor meer informatie over dit onderwerp in de Thematische rapportage Participatie en Gezondheid:
Jehoel-Gijsbers G. Sociale uitsluiting in Nederland. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau; 2004.
Hoff S, Vrooman C. Dimensies van sociale uitsluiting: Naar een verbeterd meetinstrument. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau; 2011.
Klik hier voor meer informatie over de Gezondheidsenquête 2016.
Van Bergen A, Van Loon, A. Methodologische toelichting bij vraagstelling Sociale uitsluiting Gezondheidsenquête. Amsterdam: Academische Werkplaats OGGZ G4-USER; 2013.