Deze tekst beschrijft in hoeverre inwoners van Den Haag bewegen en sporten. Deze informatie is gebaseerd op de Gezondheidsenquête 2016 (19 jaar en ouder), het Inwonersonderzoek Den Haag 2018 (16 tot en met 70 jaar) en de Jongerenenpeiling 2019.
Volwassenen en ouderen (19 jaar en ouder)
Zes op de tien inwoners van Den Haag voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen
Zes op de tien inwoners van Den Haag (van 19 jaar en ouder) bewegen voldoende, uitgaande van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB).4 Dit blijkt uit de Gezondheidsenquête 2016. Onder 65-plussers is er een stijging tussen 2008 en 2016 van het percentage dat voldoet aan de NNGB.
Tabel 1. Percentage inwoners (19 jaar en ouder) dat voldoet aan de NNGB. Den Haag 2008-2016.
Relatief minder inwoners van Den Haag voldoen aan de Combinorm dan in Nederland
Het percentage inwoners van Den Haag dat aan de NNGB voldoet, is vergelijkbaar met de G4-steden, maar is lager dan Haaglanden en Nederland.4
In totaal voldoet 21% van de inwoners van Den Haag aan de Fitnorm. Dit is lager dan in Haaglanden en Nederland. Ook het percentage inwoners dat aan de Combinorm voldoet is in Den Haag lager dan in Haaglanden en Nederland (tabel 2).
Tabel 2. Percentage inwoners (19 jaar en ouder) dat voldoet aan de NNGB, Fitnorm en Combinorm. Den Haag, G4, Haaglanden en Nederland, 2016.
G4
G4
Tot de G4 behoren Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.
De helft van de inwoners van Den Haag sport minimaal één keer per week
Naast het voldoen aan de verschillende normen is in de Gezondheidsenquête 2016 ook gevraagd naar sporten. In Den Haag sport 50% van de inwoners van 19 jaar en ouder minimaal 1 keer per week. Dit percentage is lager dan in de G4-steden (tabel 3).4
Tabel 3. Percentage inwoners (19 jaar en ouder) dat minimaal 1 keer per week sport. Den Haag, G4, Haaglanden en Nederland, 2016.
G4
G4
Tot de G4 behoren Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.
Verhoudingsgewijs minder inwoners met een lage sociaaleconomische status bewegen voldoende
Zowel bij inwoners uit Den Haag met een lager opleidingsniveau als met een lager inkomen voldoet een kleiner percentage aan de NNGB in vergelijking met inwoners met een hogere sociaaleconomische status (tabel 4).4 Hetzelfde geldt voor inwoners die inwoners moeite hebben met financieel rondkomen ten opzichte van degenen die dat niet hebben.
Ook bij inwoners met een niet-westerse afkomst is het percentage dat voldoende beweegt lager
Op het gebied van bewegen bestaan verschillen tussen inwoners naar etnische afkomst en leeftijd. Zo bewegen inwoners van Den Haag van een autochtone of overig westerse afkomst meer dan inwoners van niet-westerse afkomst. Bij de uitsplitsing naar leeftijd is te zien dat 50- tot en met 74-jarigen relatief vaak aan de NNGB voldoen. Bij inwoners van de jongste leeftijdsgroepen (19 tot en met 49 jaar) en de oudste leeftijdsgroep (85 jaar en ouder) beweegt een kleiner percentage voldoende.
Uitsplitsing naar stadsdelen laat ten slotte zien dat meer inwoners van de stadsdelen Segbroek (73%) en Scheveningen (70%) voldoen aan de NNGB. In Escamp (53%) en Centrum (55%) voldoen juist minder inwoners aan de NNGB. Het percentage dat voldoet aan de NNGB ligt hoger in de wijken zonder achterstand dan in de wijken met achterstand.
Tabel 4. Percentage inwoners (19 jaar en ouder) dat voldoet aan de NNGB, naar achtergrondkenmerken. Den Haag 2016.
Etnische afkomst
Opleiding
Huishoudinkomen
Wijk
Etnische afkomst
Autochtone afkomst: persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren.
Overig westerse afkomst: als herkomstgroepering een van de landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen afkomstig uit Indonesië en Japan tot de westerse groep gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Niet-westerse afkomst: als herkomstgroepering een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. (Bron: CBS Statline)
Midden- en Oosteuropese (MOE)-landen zijn: Midden- en Oost-Europese landen die in 2004 en 2007 zijn toegetreden tot de Europese Unie. Hiertoe behoren Polen, Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Letland, Estland en Litouwen.
Het huishoudinkomen is verdeeld in vijf kwintielen (groepen van 20%) op basis van het huishoudinkomen van de Nederlandse bevolking. De 20% inwoners van Nederland met de laagste inkomens hebben een inkomen van maximaal 16.100 euro per jaar.
Wijk
Wijken met achterstand in Den Haag: Stationsbuurt, Schildersbuurt, Transvaalkwartier, Bouwlust/Vrederust, Morgenstond, Moerwijk, Regentessekwartier, Groente- en Fruitmarkt, Laakkwartier en Spoorkwartier.
Bijna twee op de drie inwoners van Den Haag kunnen als sporter worden aangemerkt
In het Inwonersonderzoek (Stadsenquête) Den Haag 20185 is aan de inwoners van 16 tot en met 70 jaar gevraagd naar hun sportgedrag. Het gaat dan om activiteiten volgens omschrijving uit de sportwereld zoals bijvoorbeeld voetbal, badminton, fitness, toerfietsen en schaken, maar niet tuinieren, puzzelen of fietsen naar de bakker. Iemand is sporter als hij/zij in het afgelopen jaar 12 keer of meer heeft gesport. Van de 16- tot en met 70-jarige inwoners kan 63% worden aangemerkt als sporter. Onder lager opgeleiden zijn minder sporters te vinden (44%) en onder hoger opgeleiden meer (78%). Verder sporten er meer inwoners van de stadsdelen Haagse Hout, Loosduinen en Scheveningen en minder inwoners van Laak (figuur 1).
Figuur 1 Percentage inwoners (16 tot en met 70 jaar) dat minimaal 12 keer per jaar sport, naar opleiding, huishouding, leeftijd en stadsdeel. Den Haag, 2018.
Bijna de helft van alle inwoners sport minimaal 60 keer per jaar (gemiddeld 5 keer per maand), een op de vijf inwoners sport intensief (tabel 5).
Tabel 5 Percentage inwoners (16 tot en met 70 jaar) naar aantal keren sporten per jaar. Den Haag, 2018.
De top-drie van meest beoefende sporten bestaat uit fitness (individueel binnen, 28%), hardlopen (22%) en wandelen (14%). Bijna twee op de drie sporters (61%) is lid van een sportvereniging of is bij een sportschool. De meeste mensen zijn lid van een sportschool (fitness binnen en buiten), yogaschool of voetbalclub.
Jongeren (12 tot en met 18 jaar)
VMBO
Eén op de zes jongeren (3 vmbo-leerlingen) beweegt dagelijks minstens een uur
Van de Haagse jongeren (3 vmbo) geeft 16% aan dagelijks minimaal een uur te bewegen; 84% beweegt niet dagelijks of beweegt wel dagelijks, maar dan niet altijd minstens een uur.1 Deze percentages komen overeen met die in regio Haaglanden (Tabel 1).
Tabel 1. Percentage jongeren (3 vmbo-leerlingen) dat dagelijks minimaal een uur beweegt. Den Haag, Zuid-Holland West en Haaglanden, schooljaar 2018/2019.
Twee op de tien jongens (21%) en één op de tien meisjes (11%) beweegt dagelijks minimaal een uur. 16% van de jongeren op het vmbo-tl en 17% van jongeren op vmbo overig bewegen dagelijks minimaal een uur. Van de jongeren in wijken met achterstand beweegt 12% minimaal een uur per dag, in wijken zonder achterstand is dit 19% (Figuur 1). Het percentage Haagse jongeren (3 vmbo) dat dagelijks minimaal één uur beweegt is in tabel 2 uitgesplitst naar etnische afkomst.
Figuur 1. Percentage jongeren (3 vmbo-leerlingen) dagelijks minimaal een uur beweegt, naar achtergrondkenmerken. Den Haag, schooljaar 2018/2019.
Wijk
Wijk
Wijken met achterstand in Den Haag: Stationsbuurt, Schildersbuurt, Transvaalkwartier, Bouwlust/Vrederust, Morgenstond, Moerwijk, Regentessekwartier, Groente- en Fruitmarkt, Laakkwartier en Spoorkwartier.
Tabel 2. Percentage jongeren (3 vmbo-leerlingen) dat wel/niet dagelijks minimaal een uur beweegt, naar etnische afkomst. Den Haag, schooljaar 2018/2019.
Etnische afkomst
Etnische afkomst
Autochtone afkomst: persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren.
Overig westerse afkomst: als herkomstgroepering een van de landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen afkomstig uit Indonesië en Japan tot de westerse groep gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Niet-westerse afkomst: als herkomstgroepering een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. (Bron: CBS Statline)
Midden- en Oosteuropese (MOE)-landen zijn: Midden- en Oost-Europese landen die in 2004 en 2007 zijn toegetreden tot de Europese Unie. Hiertoe behoren Polen, Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Letland, Estland en Litouwen.
HAVO/VWO
Eén op de vijf jongeren (4 havo/vwo-leerlingen) beweegt dagelijks minstens een uur
Van de Haagse jongeren (4 havo/vwo) geeft 21% aan dagelijks minimaal een uur te bewegen; acht op de tien Haagse jongeren bewegen minder vaak of bewegen wel dagelijks, maar niet altijd minstens een uur.4 In regio Haaglanden zijn deze percentages respectievelijk 18% en 82% (Tabel 3).
Tabel 3. Percentage jongeren (4 havo/vwo-leerlingen) dat dagelijks minimaal een uur beweegt. Den Haag, Zuid-Holland West en Haaglanden, schooljaar 2018/2019.
Van de jongens beweegt 23% dagelijks minimaal een uur. Bij meisjes is dit 18%. Eén op de vijf jongeren (20%) op de havo en 22% van de jongeren op het vwo bewegen dagelijks minimaal een uur. Onder Haagse jongeren uit wijken met achterstand beweegt 20% minimaal één uur per dag; in wijken zonder achterstand is dit 21% (figuur 2). Het percentage Haagse jongeren (4 havo/vwo) dat dagelijks minimaal één uur beweegt is in tabel 4 uitgesplitst naar etnische afkomst.
Figuur 2. Percentage jongeren (4 havo/vwo-leerlingen) dat dagelijks minimaal een uur beweegt, uitgesplitst naar achtergrondkenmerken. Den Haag, schooljaar 2018/2019.
Wijk
Wijk
Wijken met achterstand in Den Haag: Stationsbuurt, Schildersbuurt, Transvaalkwartier, Bouwlust/Vrederust, Morgenstond, Moerwijk, Regentessekwartier, Groente- en Fruitmarkt, Laakkwartier en Spoorkwartier.
Tabel 4. Percentage jongeren (4 havo/vwo-leerlingen) dat dagelijks minimaal een uur beweegt, naar etnische afkomst. Den Haag, schooljaar 2018/2019.
Etnische afkomst
Etnische afkomst
Autochtone afkomst: persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren.
Overig westerse afkomst: als herkomstgroepering een van de landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen afkomstig uit Indonesië en Japan tot de westerse groep gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Niet-westerse afkomst: als herkomstgroepering een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. (Bron: CBS Statline)
Midden- en Oosteuropese (MOE)-landen zijn: Midden- en Oost-Europese landen die in 2004 en 2007 zijn toegetreden tot de Europese Unie. Hiertoe behoren Polen, Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Letland, Estland en Litouwen.
Wendel-Vos GCW, Ooijendijk WTM, Baal van PHM, Storm I, Vijgen SMC, Jans M, et al. Kosteneffectiviteit en gezondheidswinst van behalen beleidsdoelen bewegen en overgewicht. Onderbouwing Nationaal Actieplan Sport en Bewegen. Bilthoven: RIVM; 2005.
Wendel-Vos GCW, Ooijendijk WTM, Baal van PHM, Storm I, Vijgen SMC, Jans M, et al. Kosteneffectiviteit en gezondheidswinst van behalen beleidsdoelen bewegen en overgewicht. Onderbouwing Nationaal Actieplan Sport en Bewegen. Bilthoven: RIVM; 2005.