In het onderstaande wordt een beschrijving gegeven van het gebruik van Wmo-maatwerkvoorzieningen in Den Haag. Deze informatie is gebaseerd op de gegevens die gemeenten aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hebben geleverd in het kader van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein 2018.
Uit de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein 2018 blijkt dat 36.830 inwoners van Den Haag in 2018 gebruik maken van één of meerdere maatwerkvoorzieningen (tabel 1).5 In totaal maken in Den Haag 69 per 1.000 inwoners gebruik van minstens één maatwerkvoorziening. Dit aantal is iets lager dan het aantal in 2016. In Nederland maken 64 per 1.000 inwoners gebruik van minstens één maatwerkvoorziening in 2018. Dit is een iets hoger aantal dan het aantal in 2016.
De meest verstrekte voorzieningen in Den Haag betreffen hulpmiddelen en diensten, zoals rolstoelen, vervoersvoorzieningen, woningaanpassingen en financiële tegemoetkoming. In totaal maken 47 per 1.000 inwoners van Den Haag gebruik van één van deze voorzieningen. In Nederland is dit 43 per 1.000 inwoners.
In Den Haag maken 28 per 1.000 inwoners gebruik van één Wmo-maatwerkvoorziening, bij de rest (37 per 1.000 inwoners) gaat het om meerdere voorzieningen (tabel 2).6
Uit de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein komt naar voren dat bij inwoners jonger dan 30 jaar 13 per 1.000 inwoners gebruik maken van een maatwerkvoorziening (tabel 3).5 Bij 30- tot en met 44-jarigen en 45- tot en met 59-jarigen maken respectievelijk 33 en 63 per 1.000 inwoners gebruik van een maatwerkvoorziening. Bij inwoners van 60 tot en met 74 jaar is dit aantal hoger (132 per 1.000 inwoners), met name bij hulpmiddelen en diensten (101 per 1.000 inwoners). Bij 75-plussers neemt dit nog verder toe; in totaal maken 385 per 1.000 inwoners van deze leeftijd gebruik van minstens één maatwerkvoorziening. Bij 328 per 1.000 inwoners zijn dit hulpmiddelen en diensten en bij 182 per 1.000 inwoners (ook) ondersteuning thuis.
In Den Haag maken bij vrouwen 84 per 1.000 inwoners gebruik van één of meerdere maatwerkvoorzieningen. Bij mannen is dit 54 per 1.000 inwoners. Bij beide groepen gaat het voornamelijk om hulpmiddelen en diensten (tabel 4).5
In Den Haag maken bij inwoners van autochtone afkomst 80 per 1.000 inwoners gebruik van een maatwerkvoorziening. Bij inwoners van overig westerse en niet-westerse afkomst is dit respectievelijk 38 en 71 per 1.000 inwoners. Bij alle drie de groepen gaat het voornamelijk om hulpmiddelen en diensten (tabel 5).5