Deze tekst beschrijft de mate van arbeidsparticipatie door de inwoners van Delft. De gepresenteerde informatie is afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In 2017 had 64% van de 15- tot en met 74-jarigen in Delft betaald werk (netto arbeidsparticipatie).d 6% van de beroepsbevolking was werkloos (tabel 1).1 In Zuid-Holland West, Haaglanden en Nederland ligt het percentage mensen dat betaald werk heeft (netto arbeidsparticipatie) iets hoger (65 tot 67%). Het werkloosheidspercentage is iets hoger dan in Zuid-Holland West en Nederland (5%).
Het percentage werklozen bereikte in 2014 een hoogtepunt: in Delft had op dat moment 9% van de beroepsbevolking geen betaald werk. In de achtereenvolgende jaren is het percentage werklozen weer gedaald tot 6% in 2017.1 Deze trend is ook zichtbaar in Zuid-Holland West, Haaglanden en Nederland (figuur 1).
Bij de inwoners van Haaglanden van 15 tot en met 74 jaar is het percentage mannen dat betaald werk heeft hoger dan het percentage vrouwen (70% versus 59%) (figuur 2).1 Als gekeken wordt naar leeftijd, is het percentage met betaald werk het hoogst bij de groep 25- tot 45-jarigen (80%). Ook naar etnische afkomst is een verschil zichtbaar: van de autochtone inwoners en inwoners met een westerse migratieachtergrond heeft ongeveer twee op de drie (68% respectievelijk 65%) betaald werk. Bij inwoners met een niet-westerse migratieachtergrond is dit ruim de helft (56%). Hoe hoger het onderwijsniveau, hoe hoger het percentage inwoners met betaald werk: 43% van de inwoners (15 tot en met 74 jaar) met een laag onderwijsniveau heeft betaald werk. Dit is 81% bij de inwoners met een hoog onderwijsniveau.
De niet-beroepsbevolking bestaat vaker uit vrouwen, inwoners van 15 tot 25 jaar of 45 tot 75 jaar, inwoners met een niet-westerse migratieachtergrond en inwoners met een laag onderwijsniveau.
a Het percentage werklozen in deze figuur komt niet overeen met de andere tabellen en figuren in deze tekst. Dit komt door een andere manier van berekenen. In deze figuur wordt het aantal werklozen gedeeld door de beroeps- én niet-beroepsbevolking, in andere tabellen en figuren wordt het aantal werklozen alleen gedeeld door de beroepsbevolking (werkzaam en werkloos).
Als binnen de beroepsbevolking gekeken wordt naar het percentage werkloze inwoners van Haaglanden, valt op dat bij de 15- tot 25-jarigen een hoger percentage werkloos is dan bij de andere leeftijdsgroepen.1 Ook is er een hoger percentage werklozen bij inwoners met een niet-westerse migratieachtergrond en mensen met een laag onderwijsniveau (figuur 3). Er is nauwelijks verschil tussen mannen en vrouwen.
Van de Delftse jongeren (15 tot en met 26 jarigen) volgt 89% onderwijs of werkt, 11% (ongeveer 2.700 jongeren) volgt geen onderwijs en werkt niet (tabel 2).4 Van deze groep krijgt 22% een uitkering sociale zekerheid (o.a. Wajong, WW, WWB) en 78% niet.
Het percentage jongeren dat niet werkt en geen onderwijs volgt is lager in Delft dan Haaglanden, maar iets hoger dan in Zuid-Holland West en Nederland. Landelijk is er echter een hoger percentage jongeren dat niet werkt en geen onderwijs volgt, maar wel een uitkering ontvangt.
Sinds 2009 is er een (lichte) stijging zichtbaar in het percentage jongeren dat geen onderwijs volgt én niet werkt (figuur 4).4 Het percentage jongeren dat geen onderwijs volgt maar wel werkt daalt.
a De cijfers van 2016 zijn de voorlopige cijfers.