Deze tekst beschrijft voor de volksgezondheid relevante kerncijfers over de bevolking in Delft. Allereerst wordt een overzicht gegeven van het aantal inwoners en de verdeling daarvan naar leeftijd en geslacht. Vervolgens komt de verdeling naar etnische afkomst aan de orde. Deze informatie is afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Op 1 januari 2019 telde Delft 103.163 inwoners: 54.831 mannen en 48.332 vrouwen (tabel 1).2
Figuur 1 geeft het percentage inwoners in 2019 weer naar leeftijd, in leeftijdsklassen van vijf jaar, en geslacht.2 De bevolkingsopbouw in Delft wijkt af van die in Nederland. Te zien is dat de leeftijdsgroep 20- tot en met 34-jarigen in Delft oververtegenwoordigd is (33% van de bevolking in Delft in vergelijking met 19% in Nederland). Dit komt door het grote aantal studenten. De overige leeftijdsgroepen zijn in Delft relatief klein.
Vooral onder 20- tot en met 29-jarigen zijn er in Delft meer mannelijke dan vrouwelijke bewoners. Bij inwoners van 75 jaar en ouder zijn er iets meer vrouwen dan mannen. Vrouwen zijn in Delft vooral bij 85-plussers oververtegenwoordigd; 68% van deze leeftijdsgroep is vrouw.
Vergeleken met de landelijke bevolking heeft Delft wat minder 0- tot en met 19-jarigen. De groene druk (het aantal 0- tot en met 19-jarigen gedeeld door het aantal 20- tot en met 64-jarigen) in Delft is lager dan die van Nederland: deze is 27% in Delft versus 37% in Nederland (tabel 1, figuur 1).2 Delft kent verder een relatief grote groep 20- tot en met 34-jarigen en een relatief kleine groep 40-plussers. Dit vertaalt zich in een lage grijze druk (het aantal 65-plussers gedeeld door het aantal 20- tot en met 64-jarigen): 24% in Delft versus 33% in Nederland. Ook ten opzichte van regio Zuid-Holland West en Haaglanden kent Delft een lage groene en grijze druk.
Jeugdigen (0- tot en met 14 jaar) en ouderen (65 jaar en ouder) wonen niet gelijkmatig verdeeld over Delft (figuur 2).3,a. In de wijk Voordijkshoorn wonen relatief gezien de meeste jeugdigen (19%), in Binnenstad en Wippolder de minste (8% resp. 9%). In de wijken Tanthof-Oost, Buitenhof en Schieweg wonen relatief gezien de meeste ouderen (respectievelijk 22, 21 en 20%), in Binnenstad, Voordijkshoorn en Wippolder de minste (respectievelijk 13, 12 en 12%).
a. Op wijkniveau worden de percentages 0 t/m 14-jarigen gepresenteerd in plaats van de percentages 0 t/m 19-jarigen. Reden hiervoor is dat via CBS Statline geen gegevens over 0 t/m 19-jarigen op wijkniveau beschikbaar zijn.
Op 1 januari 2019 was ruim een derde (36%) van de inwoners van Delft van niet-Nederlandse afkomst: 15% van de inwoners had een overig-westerse (niet-Nederlandse) en 21% een niet-westerse afkomst. Het percentage inwoners met een niet-Nederlandse afkomst in Delft is hoger dan in Zuid-Holland West en Nederland, maar lager dan in Haaglanden (tabel 2).4